Herbergen en Koffiehuizen
Nu heeft Escharen nog maar één café. Dat was vroeger wel anders!
.
.
Tot 1881 was het vrij om een herberg te starten. In dat jaar werd de Drankwet ingevoerd en men was sindsdien verplicht om een vergunning aan te vragen. Deze stelde niet veel voor, als men geen strafblad had, mocht men bier gaan verkopen en daarnaast natuurlijk ranja en koffie. Zo'n herberg of koffiehuis had meestal een grote kamer, waarin men aan enkele tafels kon plaatsnemen. In een hoek stond soms een kleine toog. De inkomsten uit een herberg waren geen middel van bestaan, altijd had men er een boerderij, winkeltje of werkplaats bij.
Op elke straathoek was zo'n 100 jaar geleden bijna een koffiehuis. Men moet niet vergeten dat reizen toen lopend ging of met paard en kar. Ook op plaatsen waar tol geheven werd, verscheen meestal een zo'n herberg.
In 1905 kwam er een nieuwe drankwet. Toen werden er een aantal eisen gesteld aan de ruimte waarin een herberg gehouden werd. Er moest genoeg licht naar binnen komen, de oppervlakte moest voldoende zijn (meer dan 25 m2) en het moest rechtstreeks via de openbare weg bereikbaar zijn.
Hieronder een overzicht van de herbergen in Escharen zo'n 100 jaar geleden. In deze opsomming hebben we uitdrukkelijk buurtschap '’t Huukske' meegenomen. Tot 1942 was dit immers gemeente Escharen en Esterse kermis vieren op de 4e zondag in augustus, deed men daar. Want bij 't Huukske, mocht tenminste gedanst worden!
Herberg/Bierhuis Den Alendonck
De naam, Huize Den Alendonk komen we al tegen in een archief van 1560. Het heeft veel verschillende eigenaren en veel verschillende functies gehad. Het stond op hoek Molenpad, Zanddijk 1.
Rond 1810 woont er ene Roeldolph van Papegaay. Hij was behalve herbergier ook Schout Civiel. Op Den Alendonck hield hij zitting, waarschijnlijk in de gelagkamer want Den Alendonck was dus ook een herberg. Het lag immers aan de doorgaande weg vanaf het dorp, via de Alendonksche dijk, naar Grave. Naast overnachten kon men er ook een biertje drinken, een 'bierhuis' dus.
Daarna heeft er jaren Petrus van Raay, getrouwd met Anna van Beusecom, gewoond. Hij was timmerman en herbergier. Hierboven staat een advertentie dat de Kinderen Van Raay, na zijn dood in 1892, huis met 'vergunning' gaan verkopen. De koper, hoofdonderwijzer, Piet Theijssen, gebruikt het pand als woonhuis.
Restanten van de bierkelder zijn tijdens het slopen van de woning in 1974 nog te zien geweest.
Herberg/koffiehuis Marten van Erp
Rond 1860 had Marten van Erp aan de Liefkenshoekschestraat 6, een herberg.
Later werd deze overgenomen door zijn zoon Jan. Naast herbergier was hij landbouwer.
In 1917 krijgt hij geen vergunning meer wegens te kleine oppervlakte. De ruimte zal ook niet groter geweest zijn dan een huiskamer. De boerderij verkoopt Van Erp aan familie Van Boekel.
Anna vd Burgt, die in haar jeugd op de Liefkenshoekschestraat 2 heeft gewoond, weet zich te herinneren dat er bij Van Boekel in de huiskamer een oude toogkast stond, een overgebleven meubelstuk uit de herberg. In deze woning woont nu nog een kleinzoon, Eric van Boekel.
Café Van Raaij
.
In 1891 koopt Piet van Raaij samen met zijn vrouw Jacoba(Koos) Reijs de bakkerij annex winkel-café-boerderij Spanjers- van der Burgt. In 1922 komt Piet te overlijden en de weduwe, Koos, zette de zaak voort tot haar zoon, Richard in 1932 het bedrijf overnam. Richard van Raaij sr. trouwt met Cato Lange en zij beheren de bakkerij en het café. In 1940 brandde de zaak volledig af. Café Van Raay was ook het clubhuis van het St. Anthonius Abt Gilde. Bij deze brand gaat dus ook het archief en al het zilver van het Gilde verloren.
Op dezelfde plaats, iets verder naar achteren, wordt een nieuwe woning/bedrijf gebouwd. Pas in 1950 wordt er achter het café een zaal aangebouwd. In Zaal Van Raay werden feesten, vergaderingen maar ook toneelvoorstellingen gehouden.
Cato nam na de dood van haar man Richard in 1957, het bedrijf over. Maar er was een probleem, de volledige vergunning was verlopen en Cato mocht alleen nog zwak alcoholische drank verkopen. Daar hield ze zich niet aan, het café was immers een ontmoetingsplaats van de boeren die na de hoogmis een borreltje kwamen drinken. Piet Peters was het café voor de arbeiders. In die tijd heerste nog rangen en standen.
Als zoon Richard het bedrijf in 1968 overneemt stopt deze gelijktijdig met de bakkerij en het café. Van Raay is dan nog enkel een SPAR-winkel.
filmopname 1967.
.
1953: 4e zondag van augustus, Kermis in Café Van Raaij.
Station Halfweg
Aan de Graafscheweg, iets voorbij ' Huukske richting Mill, stond Station Halfweg. Al voor 1870 was hier de herberg te vinden van Ermert Ermers. Behalve herberg was er ook een bakkerij met winkel in gevestigd. Daarbij was Ermert ook boer.
De Koetswagendienst, die goederen en personen vervoerde van Grave naar het treinstation in Mill, had hier een halteplaats. Station Halfweg, lag dus halverwege aan deze route. Een uitstekende locatie dus om onder het genot van een drankje te verpozen of te blijven overnachten.
In 1887 wordt het verkocht aan Hein Schoonwater. Hij was behalve herbergier ook hoefsmid. In 1939 stopt men met de herberg.
Bakkerij/Herberg Holleman
Advertentie 1917
Openbare verkoop in Herberg Holleman, 1915.
Bij 't Hoekske, stond de woning van Karel Holleman. Karel, afkomstig uit Elst, had hier zijn bakkerij. In 1909 vraagt Karel Holleman vergunning aan om hier ook een Koffie- Bierhuis te mogen beginnen. In de daarop volgende jaren komen we verschillende advertenties tegen waarbij zijn herberg gebruikt wordt voor openbare verkopen. Herberg Holleman heeft bestaan tot 1917. In een advertentie in de Graafsche Courant lezen we dan dat er "wegens afschaffing een goed onderhouden Billard" te koop wordt aangeboden.
Koffie- bierhuis Geven
.
Wilbertus Geven bouwt in 1874 deze boerderij aan de Hoogeweg 23. In het voorhuis heeft hij een klein koffie- bierhuis. De dochter van Wilbertus, Anna Geven trouwt met Hent Centen. Dit echtpaar, dat dus Centen-Geven heet, neemt de boerderij met koffiehuis over in 1901.
In een advertentie in de Graasche Courant is te lezen dat Notaris Van Oppenraay uit Grave bij H. Centen nog in 1920 een verkoping houdt.
Vergunning om sterke drank te verkopen had Hent Centen tot in 1911.
In 1928 koopt Jan van den Hoogen met zijn vrouw Anna dit pand, en zij beginnen hier een kruidenierswinkel. (zie Winkel Jan van den Hoogen)
Herberg Cornelis Kersten
Pal aan de Hoogeweg (schuin tegenover Van Sambeek) bouwt Cornelis Kersten in 1868 een boerderij.
In een voorkamer van het huis heeft hij ook een herberg. Hij staat dan ook te boek als landbouwer en herbergier.
In een Graafsche Courant uit 1877 zien we de hierboven geplaatste advertentie staan. Hoelang deze herberg bestaan heeft is niet duidelijk. Wel is bekend dat zijn zoon, Piet kersten geboren in 1886, ook nog de herberg runde. Waarschijnlijk is de herberg rond 1917 verdwenen, toen er strenge voorschriften kwamen voor het houden van een herberg.
In deze boerderij heeft later Harry van der Leest gewoond die trouwde met dochter Gerarda Kersten. Hun dochter, Pieta, trouwde met Tien Selten. Uit overlevering weten de kinderen Selten nog te vertellen dat Pietje Kersten de herberg runde. Aan de zijgevel van de boerderij zaten ijzeren ringen waar de paarden van de bezoekers aan vast gemaakt konden worden.
Deze boerderij is in de jaren zestig gesloopt i.v.m. verbreding van de Hoogeweg.
Het oude 'Hoekske'
Reeds zeer lang stond er precies in de hoek waar vroeger de weg van Mill naar Grave een scherpe bocht maakte, een herberg. Bij deze herberg moest rond 1860 tol betaald worden en lag er over de weg een slagboom. Vandaar dat het later nog een hele tijd genoemd werd: “Aan den Ouden Tol”. In de herberg woonde rond 1859 Peter Nuijen.
Cornelius v.d. Hoogen (1871-1917)
Johanna v.d. Hoogen-Voermans (1869-1941)
Vanaf 1902 tot 1912 werd ze gepacht door Cornelis van den Hoogen uit Reek, daarna door Cor. Emons en na 1921 door H. de Wild. Het kreeg de naam “Oud Hoekje” om het te onderscheiden van het in 1912 gebouwde “Huukske”. De buslijn van Willem en later Toon van Sambeek uit Escharen had hier zijn halteplaats.
Johanna van den Hoogen-Voermans komt uit Groesbeek terug in 1931 en beheert weer herberg “Oud Hoekje”. In de beugelbaan achter de herberg was het vaak een drukte van belang tijdens de wedstrijden. Tijdens de kermis kon er volop gedanst worden. Gedurende de mobilisatie waren er militairen ingekwartierd.
In 1964 werd het café gesloten en legde Toon van den Hoogen en daarna zijn zoons zich volledig toe op de verkoop van meubelen.
De Zandvoort
In vroeger tijden was de weg die liep van het Hoekske naar Zeeland via de Zandvoort een belangrijkste verbinding. Ook richting Reek kwam men daar vlakbij langs. Tevens was het de route van de Postkoets.
Geen wonder dus, dat daar al zeer lang een herberg te vinden was, waarvan de geschiedenis ver terug gaat. Al in 1806 woonde er een Claassen op deze boerderij, die behoorde tot de Kroondomeinen. In 1864 staat Marten Claassen achter de tap. Toen hij stierf namen zijn kinderen het enige tijd gezamenlijk over. Een van hen, Albertus werd in 1894 alleen de kastelein. Vaak kwam men er voor speciale gelegenheden bij elkaar, zoals o.a. de schutters van de Burgerwacht nadat ze schietoefeningen hadden gehouden op ’t Schuttersveldje, dat in 1921 weer in gebruik genomen was. Familie Claassen vond het rond 1923 teveel worden: een boerderij, een herberg en ook nog een steeds groter wordend gezin. De herbergactiviteiten werden gestaakt.
't Dorstige Hert
Waar nu Tiny Bardoel Café 'Het Dorstige Hert' heeft, is al heel wat jaren een café. Een prima locatie in de dorpskom. Op dit moment nog het enige café van Escharen!
In de jaren zestig heeft Fons Bardoel dit pand aangekocht en daarna is het overgegaan naar Jan en Maria Bardoel. Er werd een zaal bijgebouwd dus voortaan kon men er ook terecht voor feesten en partijen. De timmermanswerkplaats van Peters werd verbouwd tot woning.
Want de vorige eigenaar, Piet Peters, was naast het kastelein ook timmerman. In het achterhuis had hij zijn werkplaats. Op bovenstaande foto's is de werkplaats nog te zien. Het café heette toen 'Het Witte Huis'.
Ook zijn voorganger, Anthonius Eversteijn, die kwam in 1933, was hoofdzakelijk timmerman. Het cafe deed hij 'erbij'.
Van 1920 tot 1933 runde Jacobus (Kobus) Bulkens de kroeg. Hij was getrouwd met Anna van Iersel, een dochter van molenaar Christiaan van Iersel. Kobus had in zijn pand ook een timmermanswerkplaats.
Achter de werkplaats/woning en café lag ook een beugelbaan.
Tot 1920 had Matthijs van der Burgt hier zijn herberg. De werkplaats was toen in gebruik als smederij.
Graafsche Courant 1936
Vegetas 1
Eigenaar van het geheel, 3.97.20 ha. groot, was Josephus A. Walter, bierbouwer te Grave. Waarschijnlijk is dit de oudste van de 2 herbergen.
1836 woonde Jan Bouwmans hier die 'Tapper' van beroep was. Daarbij was hij ook timmerman, radmaker.
Bij de Vegetas werd tol geheven voor de kiezelweg Grave-Cuijk. Het pand heeft verschillende eigenaren gehad en is zeker 2 keer herbouwd en verplaatst.
Op de pagina de Vegetas kunt u hier meer over lezen.
Deze herberg is in bedrijf geweest tot in 1925, bij familie Cornelissen.
.
Vegetas 2
In 1796 wordt Gerrit Toonen eigenaar van herberg De Vegetas. In eerdere aktes wordt ook gesproken van: Huis der Belofte of zoals hier Het Land van Belofte. Zo'n naam doet vermoeden dat er meer was dan alleen een herberg.(?)
In 1850 woonde aan de Vegetasscheweg, Petrus Nelissen,(1805, Escharen), landbouwer en herbergier. Hij was getrouwd met Marianne Rijnders (1808). Zij hadden vijf kinderen. Hij doet de zaak over aan zijn zoon, Nelis. De herberg van Nelis Nelissen wordt in 1880 door brand totaal verwoest maar bijna op dezelfde locatie echter weer herbouwd.
In 1907 komt Petrus Moors, uit Grave met zijn vrouw en kinderen op de Vegetas wonen.
Hij is naast herbergier ook slager. Moors bouwt aan het achterhuis van de woning een varkensstal met slagerij. De herberg blijft in functie tot in 1934, als Piet theunissen er komt wonen.
Meer lezen over de geschiedenis kunt u op het tabbald Vegetas.
Herberg Poos
Voorheen was dit het woonhuis van Burgemeester Mathijs Poos. Later woont zijn zoon Martinus(Martien) er. Hij was landbouwer, raadslid en 'logementhouder'. In die jaren had het de functie van herberg en werden er door de notaris uit Grave ook verkopingen gehouden. Tot wanneer het een herberg was is niet helemaal duidelijk. In 1931 koopt Frans Spanjers het als boerderij en gaat er wonen. Voor de boerderij stonden bomen en daar zaten toen nog altijd de ringen in waar de paarden aan vast gezet konden worden. In 1964 is deze boerderij uiteindelijk gesloopt.
De Brouwketel
Peter Engelmann, veldwachter in Escharen bouwt aan de Hoogeweg 9, op de plaats van de huidige bistro De Brouwketel, een woning. Waarschijnlijk is Peter na het beëindigen van zijn functie als veldwachter (van 1850-1875), pas herbergier geworden. Een combinatie van die twee beroepen zou wel heel opmerkelijk zijn. Toch heette het in 1870, al Herberg Engelman. (zie Veldwachters)
Zijn dochter, Adriana Engelman(geb. 1867), trouwt met Martinus(Thijs) van Sambeek. Zij zetten, na het overlijden van haar ouders, samen het bedrijf voort en het heet dan: Herberg Van Sambeek- Engelman.
In 1918 komt A v. Sambeek er wonen: Thijs van Sambeek was een oom van Antoon van Sambeek. Middels woningruil en verkoop kocht Toon samen met zijn vader, Wilhelmus van Sambeek, het café.
Toon begon in dit pand ook zijn 'autodienstonderneming'. In april 1931 brandt het café volledig af en wordt op dezelfde plaats herbouwd. Toon van Sambeek die het steeds drukker krijgt met zijn transportbedrijf, bouwt aan de Hoogeweg een nieuwe woning met garage en verkoopt het café in 1936 aan Johan van Raaij. Het heette voortaan Café: Johan v Raay-Loeffen. Deze Johan (Juun) van Raay was een broer van Richard van Raay sr. die in het dorp een café/bakkerij had. Na zijn dood verkoopt zijn weduwe het bedrijf in 1951.
Wim Peters koopt het pand, en noemt het voortaan 'De Kleine Brouwketel'. Een naam die ten onrechte doet vermoeden dat er ooit een brouwerij geweest is. De Kleine Brouwketel is vooral ook verbonden met voetbalvereniging Estria. Het voetbalveld was eigendom van Fam. Peters en lag aan de overkant van de Hoogeweg. De kleedruimtes waren in hun pand. Als Wim Peters in 19.. het bedrijf verkoopt aan ..... worden er zalen aangebouwd en is het niet langer een dorpscafé. Tegenwoordig heet het Bar Bistro 'De Brouwketel'. (zie ook De Brouwketel)
Café 't Huukske
Café/Winkel Verheggen
Op de hoek Hoogeweg - Vonderstraat woonde Antoon Verheggen. Hij had in zijn pand een café, boerderij en winkel in koloniale waren. Later neemt zijn zoon M. Verheggen het bedrijf over. Deze Verheggen heeft ook in de gemeenteraad van Escharen gezeten.
Zoals men in onderstaande advertentie uit 1923 kan lezen, was er bij zijn café ook een halte van de autobusdienst van Grave naar Zeeland.
In 1924 verkoopt Verheggen de zaak aan Harrie van Boxtel.
Deze zet tot 1959 het winkeltje voort, maar stopt met het café.
Herberg Hendrikus Jans, 'Koudenoord'
Ook op de Koudenoord is rond 1880, zoals de advertenties laten zien een herberg geweest.
Daar werd immers ook tol geheven voor de grindweg die aangelegd was van Grave via Mill naar Wanroij. Dat er op deze locatie ook een herberg was is hierdoor eenvoudig te verklaren. Herbergier was hier Hendrikus Jans. Op dit adres woont tegenwoordig Familie van Berkel.
De oude boerderij, uit 1856, zie de foto, is inmiddels verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een nieuwe woning. De bomen echter zijn precies zo blijven staan en markeren nog de plek van de oude boerderij.
De kosten voor bemanning en onderhoud van deze tolpost waren echter hoger dan de opbrengst. Deze werd dus na enkele jaren weer ogeheven.
Herberg Linders
Herberg Linders stond op de hoek van het Molenpad en het huidige Bourbonplein.
In 1820 woonde hier (nr. 138) Jan Linders en zijn kinderen. In het kadaster van dat jaar staat bij de eigenaar van deze boerderij: Jan Linders, Herbergier.
Later woont hier een dochter van hem, Anna Linders, die trouwt met Gerardus Jacobs. Anna Linders staat in het bevolkingsregister van
1860 -1870 ook te boek als landbouwster en Herbergierster.
Tot welke datum hier een herberg is geweest
hebben we nog niet kunnen achterhalen. Later trouwt een van de dochters Jacobs met Peeters. In 1940 brand dit gebouw tegelijk met buurman Van Raay, af.
Op bovenstaand kaartje uit 1820, zien we verder: nr. 140: Albert vd Burgt, nr.158: Kerk 157: 'het Pastorije Huys van Escharen', nr. 139: schuur van Jan Linders.
Herberg De Drie Sterren
In oude archiefstukken komen we twee protocollen (uit 1778 en 1797) tegen waarin gesproken wordt van:' Herberg De Drie Sterren'. Uit de akte van 1797 blijkt dat deze toen in 1797 al afgebrand was. Wellicht met het beleg van Grave in 1794? (zie oorlogsschade 1794)
'een plaats of erf van een afgebrand huis De Drie Sterren genaamd, met de overblijfselen der muren en fundamenten, zoals deze nog voorhanden zijn, en de daarbij behorende moeshof in Escharen, grenzend ten westen, noorden en oosten langs de gemeene straaten en ten zuiden aan daar langs heen lopende voetpad'
Onderzoek heeft uitgewezen dat deze herberg gestaan heeft op de plaats waar nu de Kinderhoeve gevestigd is, Graafschedijk 57. Een van de drie boerderijen 'aan de Hekkens'.
(Meer lezen over deze boerderij kunt u op deze pagina!)
De oudere akte uit 1778 laat zien dat herberg De Drie Sterren toen volop in gebruik was. Er is dan namelijk sprake van 'een drinkgelag en een vechtpartij'. Knopenmaker en galanteriehouder, Anthoon Wichteriks wordt hiervoor gearresteerd.
Op de pagina onder Bedrijvigheid: Herberg De Drie Sterren kunt u meer lezen.
.