Parochie Heilige Lambertus


Escharen behoort tot de oudste parochies hier in de streek. Het eerst wordt van de kerk en pastorie melding gemaakt in het testament van Jutta van Nassau, tweede echtgenoot van Jan 1, Heer van Cuijk, die in 1312 8 solidi aan de parochie legateerde. `Maar waar reeds een eeuw vroeger Escharen een eigen Heerlijkheid was, mag men aannemen, dat de parochie en kerk van ouder datum zijn'.

Archeologisch onderzoek in 2001 heeft aangetoond dat er reeds rond het jaar 1000 een kerk heeft gestaan in de huidige kom van Escharen.

.

Doopboeken 1725

Onder de parochie Escharen behoorde vroeger niet alleen Langenboom, maar ook Gassel, dat pas in 1801 tot een zelfstandige parochie werd verheven. Tot die tijd werden inwoners van Gassel hier gedoopt. Zie doopboek. Het buurtschap Langenboom kreeg rond 1860 een eigen kerkgebouw: de rectorale hulpkerk van de H. Familie. Pas in 1918 werd Langenboom een zelfstandige parochie. Ook was Escharen, waarschijnlijk tot het jaar 1486, de moederkerk van de Graafse St. Elisabeth. 

.

.

De parochie had verder nog kapellen te Tongelaar en op Hall. Omdat het grondgebied van de parochie zo uitgestrekt was om al die kapellen te bedienen, werden er kapelanen benoemd.

.

De kapel op Hall was toegewijd aan de H. Stephanus. Het is bekend dat aan deze kapel al in 1529 renten waren verbonden.
Tot welk jaar de kapel heeft dienst gedaan en hoe deze verdwenen is, is niet bekend. Nu nog is er wel een perceel land aldaar bekend als de pellekamp (kapellenkamp). (Zie Pellenkamp)

Meer lezen over deze verdwenen Stephanuskapel kapel kunt u o.a. op Heemkundekring  Felix Walter Langenboom.

.

St. Stephanuskapell op Hall

.


De patroonheilige van onze kerk, is Sint Lambertus. Zijn feestdag valt op 17 september. 

 

.

De beeltenis van de Heilige Lambertus in de kerk en achter het altaar in de glas-in-loodramen


Tekst uit het boek: Noord-Brabants Sagenboek, J.R.W. Sinneghe, 1933.

Op 16 juli 1817 verleende de Hoge Raad van Adel Escharen een gemeentewapen met de volgende omschrijving: "Van lazuur (=blauw), beladen met de H. Maagd Maria en het Christuskind, alles van goud".
De keuze voor de beeltenis van Maria lag op zich niet voor de hand: als er al voor een heilige in het gemeentewapen gekozen werd, dan was dat in het algemeen de patroonheilige van de plaatselijke parochie. Voor Escharen had Sint-Lambertus dus meer voor de hand gelegen.
Maar over het O.L. Vrouwke van Esteren werd al in 1423 gesproken. Ze werd vereerd en aangeroepen om genezing te krijgen voor zieke kinderen. Jarenlang was er Mariaverering met aan haar opgedragen bedevaarten naar Escharen.

De laatste eeuwen staat juist Escharen als bedevaartsplaats van de H. Machutus bekend. Op tweede Pinksterdag komen er tegenwoordig nog steeds 'pelgrims' naar Esteren op bedevaart.

Lees hierover meer op de pagina: Sint Machutus.



Op bovenstaande foto komt Drieka Cuppen-Dinnissen met haar kleinzoon terug uit de kerk waar in 1943 Jo gedoopt is. Jo is een zoon van Daan Cuppen en Lies Daamen die woonden op Graafschedijk 1. (woning waar later o.a. Daan Cornelissen woonde.) Vanaf de kerk ging men dus te voet naar huis. Dopeling Jo is niet zien maar was waarschijnlijk mooi aangekleed in een doopjurk, en lag in grootmoeders armen onder het doopkleed.


Pastoor Stevens reikt Janus Kuijpers het gouden erekruis, verbonden aan de de Pauselijke onderscheiding 'Bene Merenti' uit, voor al het werk dat hij voor de Parochie gedaan heeft. Zo was Janus al 54 jaar lid van het Parochiekoor, waarvan hij de laatste 30 jaar ook voorzitter was. Ook is hij als Kerkmeester jarenlang lid van het kerk- en schoolbestuur. 
Verder zien we op de foto v.l.n.r. Rein Kuijpers, Frans Peeters (kerkmeester), Hein Rutten, Marie Voet-Kuijpers en Mien Rutten- Kuijpers.


In het boekwerk: 'Werk aan de Kerk' vertelt Nel Baltussen- Kuijpers (15-4 1933 - 24-10 2009 ) in 1996, als lid van het kerkbestuur, het volgende over het parochieleven van vroeger:

"Op Tweede Pinksterdag, bedevaartsdag van de H. Machutus, waren er vier missen en in de middag lof met kinderzegen. De kerk was dan vol met gezinnen met kleine kinderen en kinderwagens.
Allerlei heiligenfeesten werden gevierd: Driekoningen (6 jan.), Petrus en Paulus (29 juni), Maria ten Hemelopneming (15 aug.), Allerheiligen (1 nov.) en zo zijn er nog wel meer te noemen. Al die dagen werden gevierd als op zondag: met 2 missen en lof.

Tijdens de Kruisdagen werden er processies gehouden voor ‘de Vruchten Der Aarde’ en op Sacramentsdag trok er een grote sacramentsprocessie door het dorp. Dan werd er achter de school op het plein een rustaltaar opgericht.
Tijdens grote feestdagen als Kerstmis, Pasen en Pinksteren werd er druk gebruik gemaakt van de biechtstoelen in de kerk. Met Pasen was iedereen verplicht om te biechten. Ook de schooljeugd ging met de klas biechten. 

Veel mensen in Escharen waren lid van de Derde Orde van St. Franciscus.

De banken in de kerk waren vroeger verpacht: een belangrijke bron van inkomsten voor de parochie. Ieder jaar rond Allerzielen stond het banken verpachten op het programma: 1, 2 of 3 plaatsen per gezin. Degenen die het ’t beste konden betalen, zaten meestal vooraan in de kerk. Degenen die nieuw in het dorp kwamen wonen, konden niet zomaar aan een plaats komen. Een en ander heeft nog tot in de jaren-zestig geduurd.

Er zijn zeker ook nog parochianen die zich de missieweken herinneren. In die perioden werd er dagelijks, soms er fel, door de Paters-Kapucijnen gebeden.

Voor het onderhoud van de pastoor ging dan wat van het beste vlees naar de pastorie. De huishoudster had het de hele winter dan ook druk met met het maken van stoofpotten, wecken en inmaken.
Voor hetzelfde doel was er rond Pasen een 'Eieromgang'. Dan kwam iemand langs de deuren om eieren op te halen; wie geen eieren had, gaf meestal geld. Dit gebruik heeft tot in de jaren-zestig voortgeduurd.
Hiervoor in de plaats zijn kerkbijdragen en plaatsengeld gekomen en aanvankelijk werden ook nog de misboekjes verkocht voor een dubbeltje of een kwartje.
Communie en vormsel werden helemaal door de school voorbereid. De ouders waren er nauwelijks bij betrokken. De pastoor kwam wekelijks op school voor godsdienstlessen.
Alle kerkdiensten waren destijds in het Latijn. Als de priester de mis opdroeg, keerde hij zijn rug naar z’n parochianen toe. In de kerk zag je veel mensen met een rozenkrans weesgegroetjes bidden."


Heilige Lambertus op het vaandel van de R.K.J.B.


Misdienaars Pasen 1953.

Op de bordestrap van de oude pastorie zitten de misdienaars en priesterstudenten. Het was de gewoonte om 1e Paasdag bij de pastoor eieren te gaan eten. Foto afkomstig van Arnold Cuppen. 

Boven: Jan van der Linden, Leo van der Linden, NN, Marius Schraven
Midden: broers Tiny, Jan en Wim van Boekel, Richard van Raaij
Onder: Harry Bardoel, Joop van Raaij, Arnold Cuppen en Stans Bens.




In de Esterse Minipers van Februari 1920, verteld Pastoor Aarden de geschiedenis van Sint Lambertus.

 


Meer lezen over de geschiedenis van de Parochie H. Lambertus kunt in deel 2 van  'Escharen terug in de tijd'.