Een geslaagde Fietstocht


Klaar voor vertrek: v.l.n.r. Chris Cornelissen, Louis Geraets, Thijs Cuppen, Marius van Boekel, Willy van Raaij, Theo Hubers en Tiny Bardoel.


1963

Je bent een vriendengroep in de leeftijd van 16-17 jaar. En dan zijn er vier van de zeven geslaagd voor de middelbare school. Daar moet wat extra’s aan gedaan worden vonden zij.

Wie zijn zij: Tiny Bardoel, Marius van Boekel, Chris Cornelissen, Louis Geraets, Theo Hubers, Wil van Raay en ondergetekende Thijs Cuppen.

 

Van de geslaagden kregen er enkele een nieuwe fiets, waaronder ikzelf.

Die fietsen moesten natuurlijk getest worden met een lange fietstocht, dus lag een fietsvakantie voor de hand. Maar waar naar toe? 

De mogelijkheden waren veel beperkter dan heden ten dage want campings waren er nog niet in de aantallen van nu. Louis Geraets bracht uitkomst. Zijn familie komt nl. uit Limburg, zowel uit Midden- als uit Zuid-Limburg, daar konden we onze (oude leger-)tenten opzetten achter in de tuin.

 

Op een vroege frisse zaterdagmorgen eind juli 1963 vertrokken we bij Café van Raay (zie foto, gemaakt door ik meen Gonny van Raay).

De 1e etappe zou gaan naar Beesel, zo’n kleine 70 km. Er is flink doorgetrapt want zo halverwege de middag waren we daar al gearriveerd. We zouden daar ongeveer een week onze twee shelter-tenten opslaan.

Slapen viel overigens niet zo mee: met zevenen in twee tenten was erg krap en slaapzakken en luchtbedden hadden we niet. De eerste nacht was Theo Hubers flink ziek: had op een molshoop gelegen.

De volgende dag was het zondag dus, zoals het goed katholiek opgevoede jongens betaamt, naar de hoogmis.

Voor ontbijt en lunch werd er brood gegeten en ’s avonds “warm”. Nou dat warm eten viel ook al niet zo mee: we hadden één brandertje bij ons en daar moest dus voor zeven hongerige pubers op gekookt worden. Het kwam er vrijwel elke dag op neer dat er soep uit blik en broodjes met knakworst geserveerd werd. Als de portemonnee het toeliet werd de plaatselijke frites-tent bezocht.

 

Na een kleine week hadden we Beesel en omstreken voldoende bekeken en vertrokken we naar Nieuwenhagen (Landgraaf)  in Zuid-Limburg. We waren net Roermond voorbij toen er een auto claxonneerde: mijn ouders, oom en tante kwamen voorbij op weg voor een weekje vakantie in Luxemburg. Even denk je ze zullen toch niet ongerust zijn en komen kijken of het allemaal wel goed gaat met die jongens. Maar nee, het was puur toeval.

 

Ook in Nieuwenhagen zijn we ruim een week gebleven, hebben Zuid-Limburg uitgekamd en enkele (wie laat ik in het midden) van ons hadden iets met meisjes zonder dat dat overigens een vervolg heeft gekregen.

In twee etappes zijn we naar huis gefietst. Waar we de nacht toen hebben verbleven is me ontschoten.

 

Bij terugkeer in Escharen.


De laatste dag was het bloedheet en daarop hadden we onze kleding aangepast (zie foto hierboven). Dat kreeg nog een staartje. Zaterdag tegen de avond waren we weer bij Café van Raay. 

De volgende morgen natuurlijk naar de kerk, nog een beetje moe maar voldaan. In de zondagse mis werd altijd gepreekt, zo ook nu. Waarover de preek ging had ik in eerste instantie niet zo door, maar werd even later glashelder.

In de (toen nog) volle kerk werd onze groep door de pastoor Stevens flink over de hekel gehaald: hoe haalden we het in ons hoofd om bijna naakt op de fiets door het dorp te rijden, schaamteloos, aanstootgevend, slecht opgevoed etc.etc.

 

De pastoor was er nog niet zo van doordrongen of wilde er niet aan: de jaren 60 (sixties) kwamen ook in Esteren uit de fles.

Een memorabel einde van een mooie en geslaagde(n) fietsvakantie!!!

 

Tekst: Thijs Cuppen.

Foto's: Louis Geraets.