Het Estersveld


Grens tussen gemeente Grave en Escharen rond 1850.


De naam ‘Eesscharensevelde’ komen we in het Gasthuisarchief van Grave al tegen in het jaar 1370. Hier werden de strepen landbouwgrond mee aangeduid die lagen tussen de huidige Willem van Esterenweg/Veldweg en de Maasdijk/Hongerkampen. Het gebied tussen de Raam en huidige Estersveldlaan werd het Leurbroek of Leeuwenbroek genoemd.

 

In dit hele gebied stond slechts een enkele boerderij. De belangrijkste reden hiervoor was de onveilige ligging nabij vestingstad Grave. Grave was de meest oostelijke vestingstad van De Zuiderwaterlinie. Dat maakt van Escharen het laatste dorp van deze linie. Grave wordt vanwege zijn strategische ligging zelfs wel de meest belegerde vesting van Brabant genoemd. Escharen, dat in de vuurlinie van Grave lag, heeft dus heel veel oorlogsgeweld te verduren gehad. Op veel gravures en prenten van belegeringen door de eeuwen heen zien we ons dorp dan ook tussen de circumvallatielinies liggen. 

 

Beleg van Grave 1586, op een ets van Jean Baptiste Vrints (Nijmeeegs museum). In de rode cirkel het dorp Escharen 'Die scans van Eseren in de principale'.


Bovenstaande prent bevindt zich in het Rijksmuseum Amsterdam. Deze kaart uit 1602 toont de gebeurtenissen rond het beleg van Grave; de inname van de stad door het Staatse leger en het verjagen van de Spaanse troepen.


Wat belegeringen betekenden voor de inwoners van Escharen, kunt u lezen in onderstaande fragmenten:

De Schout en Schepenen van Escharen schrijven in 1795 een brief aan de regering en maken een schadelijst op:
‘Dese voorgemelde schade hebbe onse gemeente in de uijtersten armoede gedompelt, en zelfs zoo dat de meeste onser inwoonderen ten lasten hunner familien dewelke in andere dorpen woonen, aldaer voor haare arme beroofde vrouwe, kinderen, en day weijnige vee, dat haer nog is overgebleven moete onderhoud zoeken, en dit alles, is alleen nog niet genoeg om te zeggen, wij zijn totael geruineerd: maar het besaaijen onser landrijen dat nu niet meer kan zijn, brengt ons niet alleen voor dit jaer, maar nog voor een reeks van jaeren buiten 't genot van die inkomste, welke onze inwoondere geheel en al niet missen kunnen.’

Ook in de geschiedschrijving van Kasteel Tongelaar wordt melding gemaakt ‘van het arme dorpje Escharen, met nog nauwelijks 400 inwoners, dat door de oorlog was gekomen tot extremiteit en desolatie, doordat de gegoeden er zich kwalijk konden ophouden wegens de vijanden en dat het door de rebellen zo geplunderd, beschadigd en vernield was’.
Lees 
meer over het oorlogsgeweld in 1794 op deze pagina: Oorlogsschade 1794

Escharen heeft dus heel veel te lijden gehad onder al het oorlogsgeweld rondom Grave. Het heeft haar welvaart en ontwikkeling negatief beïnvloed. Zonder al die verwoestingen zou ons dorp er heel anders uitgezien kunnen hebben.


Steenovens

Op verschillende plaatsen rondom Grave hebben steenovens gestaan. Hier werden stenen gebakken  voor de opbouw van de stad maar ook voor de kademuren langs de Maas. Ook de bakstenen die nodig waren om de verdedigingswerken van de vesting te verbeteren zullen van de lokale steenovens afkomstig zijn geweest.
Hier in het Estesrveld op Escharen grondgebied dus, hebben meerdere van die ovens gestaan. Dit waren simpele veldovens. In verschillende oude aktes komen we de veldnaam Steenovens tegen. Zodoende weten we ook dat deze nabij de Vegetas gestaan moeten hebben.

- 1542: rente te betalen op een eenden Steenoeffen bij de Maas en de Maasdijk gelegen stuk land
- 1694: een morgen uiterdijk genaamd den oude Steenoven aan de Maas
- 1721: twee morgen bouwland in het Eesschaersse Veld waar de oude steenovens gestaan hebben
- 1763: Michiel Cuppen heeft verkocht aan de provisoren van het St. Catharina Gasthuis, een stuk land genaamd de Steenoven, gelegen binnen- en buitendijks in Escharen beneden de Veegtas

1698:

Hieronder twee kaartuitsnedes waarop de gebeurtenissen rondom het Beleg van Grave in 1602 staan afgebeeld. De Spaans overheerste stad wordt dan belegerd door Maurits van Nassau.
Naast de Maasdijk staat hier een gebied afgebeeld met naam 'Op die locht'. Zou dit de locatie van de steenovens kunnen zijn geweest? En dat de naam 'locht' verwijst naar de lucht, de rook, die daar tijdens het gebruiken van de veldovens moet hebben gehangen?

Ook andere veldnamen verwijzen naar hun vroegere gebruik in het Estersveld: de Hongerkampen, het Melaatsenhuis, de Puijnberg, de Galgenbergseweg, de Paardshemel en de Donkersteeghe.

In verband met het onlangs gekapte bos op de grens van Escharen en het Esterveld, willen we nog een veldnaam noemen: De Roode Haan. Dit perceel wordt door oudere Escharenaren nu nog steeds De Roode Haan genoemd. Uit oude aktes blijkt dat hier ooit een grote boerderij gestaan heeft. Waarschijnlijk is deze ooit door brandstichting/plundering verwoest. De uitdrukking ‘ergens de roode haan laten kraaien’ betekende iets in brand steken. Gezien de ligging van deze boerderij in de nabijheid van de vaak belegerde vesting Grave zou dit heel aannemelijk kunnen zijn.


De meeste landbouwgrond in het Estersveld was in het bezit van het Gasthuis en notabelen uit Grave. De pacht en opbrengst van zo’n perceel was voor hen een investering, een bron van inkomsten. Veel andere landbouwgronden waren belast met de zogenaamde Gasthuistienden. Dit hield in dat een tiende deel van de geschatte opbrengst aan de rentmeester van het Gasthuis betaald moest worden.

Uitsnede kaart 1850


Met de naam 'Escharense veld' werd oorspronkelijk alleen het gebied bedoeld zoals op bovenstaande kaart te zien is. De strepen landbouwgrond waren van verschillende eigenaren. Deze stroken werden ook aangeduid met de veldnaam de Streepkens/de Strepen. In het Gasthuisarchief lezen we dat de Broederschap van Gasthuis uit een stuk land in het Escharense Veld de 'Strepkes' genaamd, jaarlijks tachtig pond droog spek tegen een vastgesteld waarde van f 8 betaald krijgt. Wegens pacht voor het jaar 1732. Deze stroken land gaan later dan ook de 'Speckstreepen' heten.
Nieuwbouwwijk 'het Estersveld' krijgt de naam van dit gebied. Terwijl de wijk ook gebouwd is op het Leeuwenbroek en de Hongerkampen.


Escharense dijk

In 1674 was Vestingbouwer Menno van Coehoorn in Grave gelegerd. De reeds bestaande vestingwerken werden volgens zijn inzicht aangepast en uitgebreid. Zo werd o.a. vanuit de Brugpoort in een rechte lijn een dijk aangelegd naar Escharen. Deze dijk ging bij boerderij Den Alendonk over in de Zanddijk en kon men naar de Raambrug.

Het belangrijkste doel was om over de dijk zo snel mogelijk vanuit Grave de Escharense brug te kunnen bereiken. De brug was een strategisch punt bij vele belegeringen.
Ten tijde van hoogwater diende de dijk tevens als zomerdijk. Het daar gelegen Leeuwenbroek was immers zompig of stond onder water. En was de Beersche Maas in werking of werd een gebied opzettelijk onder water gezet dan kon men middels deze weg over de dijk toch met droge voeten Escharen bereiken.

Topotijdreis 1870


Afgraven van de Alendonkse- of Escharensedijk in 1952.

In 1942 na de gemeentelijk herindeling gaat Escharen naar Grave. Het stadje had dringend behoefte aan grond voor woningbouw. Het afgraven en ontginnen van dijken, weiland en landbouwgrond werd gedaan door de D.U.W. Deze Dienst Uitvoerende Werken was een overheidsinstantie die werkloze mensen in ruil voor een uitkering aan het werk zette. Op de foto is goed te zien hoe men te werk ging. Met rails en lorries werd het afgegraven zand afgevoerd. Naast de Raam lag drassig broekgrond dat alleen geschikt was als weiland. Hier werden sommige stukken opgehoogd en er werden sloten gegraven voor een betere afwatering.

Bij het afgraven van deze dijk zijn beslist veel archeologische voorwerpen verloren gegaan. Toen Gemeente Grave in 1981 tussen Escharen en het Estersveld een kerkhof wilde aanlegggen, werden hier alsnog veel belangrijke vondsten gedaan. Deze hebben aangetoond dat dit gebied tussen het jaar 700 en 1300 al bewoond is geweest.
Lees hierover meer op de pagina Bodemvondsten Den Alendonk.


Zicht vanaf de kerktoren op Willem van Esterenweg, lente 1948.

 

Op bovenstaande foto gemaakt door Willy Blom, zien we rechts het kerkhof. Verderop aan de Graafschedijk, het huis van Toon Emons. Later woonde daar Daan Cornelissen. In de verte is de Maas te zien, nog zonder ‘bakenbomen’ en links de Raam. De weg naar Grave slingert door het dan nog onbewoonde Estersveld

Linksvoor woonhuis/winkel van Willy Blom. Dan de boerderijen van Theo Cuppen (fam.Rovers), Wim Nas (fam. van Kempen) en tenslotte de grote boerderij van Frans Peeters (Nijmeegs Jopie).


Tuinen

Stafkaart 1837

In het Estersveld lagen ook tuinen die in het bezit waren van gegoede Graafse burgers. In de ommuurde stad had men hier immers geen ruimte voor. De meeste tuinen waren dan ook in gebruik om aangenaam in de buitenlucht te verpozen en daarom voorzien van een tuinhuisje.

 

De taxateur van de belasting schrijft na een bezoek aan Escharen in 1827 over de tuinen in het Estersveld het volgende:

Later werden dit volkstuintjes waar de ook nu nog bestaande Dahliavereniging Prinses Wilhelmina, een perceel had. Aangezien de grond voor woningbouw nodig was zijn de volkstuintjes verplaatst naar de Driessenweg. Hier dichtbij de Maas vindt Tuindersvereniging De Driessen een nieuw onderkomen.
De Dahliavereniging verhuisde toentertijd naar Grave locatie GGV en later naar de Lovendaalsingel. Een aantal jaren terug moesten ze ook hier wijken, ditmaal voor herstel van de vestinggracht. Inmiddels bewerken ze ook een perceel bouwland naast De Driessen. Hieronder een foto van het gehele complex.

 

(foto Ceriel Bolwerk)


Op de plaats van de volkstuintjes in het Estersveld verscheen al snel de werkplaats van Cox Beton uit Grave. De nieuwe wijk moest immers bouwrijp gemaakt worden o.a. met de aanleg van riolering en verdere nutsvoorzieningen. De locatie van deze werkplaats met kantoor is heden ten dage nog herkenbaar als het plantsoen/speeltuin aan de Quaylaan.

 

foto archief BHIC

Op onderstaande foto uit 1964 poseert Gerrit Ormel met zijn gezin voor dezelfde werkplaats. Ze hebben in deze houten noodwoning jaren gewoond totdat ze hun intrek konden nemen in een woning aan de Quaylaan.


Een voorlopig  stratenplan werd gemaakt. In een van de oorspronkelijke tekeningen werd zelfs een weg vanaf de Jan van Cuijkdijk naar de Elftweg getekend. Dit om het toen al drukke verkeer op de St. Elisabethstraat te weren. Dit ontwerp is uiteindelijke om financiële redenen niet uitgevoerd.

Rond 1954 begint de woningbouw in het Estersveld. De eerste zes woningen worden gebouwd op het perceel De Roode Haan. Deze woningen kregen als adres Willem van Esterenweg 1A t/m 1G, Escharen. In de volksmond worden deze 'de zes huiskes' genoemd. De families Toon vd Boom, Piet van Hal, Albert Minten, Wim Sommerdijk, Koos Arts en Han Uijen zijn de eerste bewoners.

Pas in 1969 als er meer huizen gebouwd gaan worden en de Estersveldlaan wordt aangelegd, wordt het adres veranderd in de Quaylaan Grave.

 


De 'Nieuwe Gasthuishoeve', 1959-1975

Op het huidige terrein van Visio pachtten Hannes van Boekel en Cato van Boekel - van Hal,  de oude Gasthuishoeve. Zoon Harrie van Boekel en zijn vrouw Corrie Lamers werden in 1955 de nieuwe pachters. In 1959 wilde Blindeninstituut De Wijnberg zich op deze locatie vestigen. Hiervoor werd de oude Gasthuishoeve gesloopt.Door de gemeente Grave werd in 1959 een nieuwe pachtboerderij gebouwd, genaamd de Nieuwe Gasthuishoeve.

Deze boerderij stond onder aan de Jan van Cuijkdijk. De Gasthuishoeve kende 3 adressen, t.w. Jan van Cuijkdijk 1 te Grave, Gasthuishoeve 1 te Grave en Derk Touwmansweg 1 te Escharen. Die laatste (zand)weg liep door de akkervelden en weilanden naar Escharen. Deze boerderij lag dus op de grens Grave / Escharen.

De boerderij moest in 1975, slechts 16 jaren later, alweer gesloopt worden vanwege woningbouw en  uitbreiding van de nieuwe wijk Estersveld. Het gezin Van Boekel, met kinderen Hans, Tonnie, Carla en Els, verhuisde naar Beers. (zie link Gasthuishoeve)


De ontstane groene onbebouwde ruimte tussen Escharen en Grave, het Estersveld, heeft al vanaf begin af aan voor veel verleiding gezorgd om hier een andere bestemming aan te geven. Zo zijn er plannen geweest voor een kerkhof, sportvelden, een rondweg en scholenbouw. Hopelijk blijft deze groenzone  in de toekomst zoals het altijd geweest is: landbouwgrond. Een natuurlijke overgang van Escharen naar Grave.


Afbeeldingen van de website Topotijdreis, de ontwikkeling van het Estersveld.

 

1870

 

1907

 

1944

 

1956

 

1965

 

1974

 

1986

 

2020