De Galgenberg
Uitsnede kaart Verhees, 1760.
Zoals hierboven op een kaartuitsnede uit 1760 is te zien heeft in gemeente Escharen eeuwenlang een galg gestaan. Deze stond boven op een zandheuvel in het gebied de Heesbergen, op de grens met Gassel. Later is hier vlakbij op Gassels grondgebied een molen gebouwd. De locatie van de Galgenberg is daardoor tegenwoordig gemakkelijk terug te vinden.
Vanaf welk jaartal deze galg in gebruik is genomen hebben we nog niet kunnen achterhalen. Wel hebben we een akte gevonden uit het jaar 1392. Hierin wordt de verkoop van een perceel grond beschreven. Als perceel aanduiding wordt hier de ‘weg ter Galligenbergh’ gebruikt. Dit is een bewijs dat in 1392 de Galgenberg al in gebruik moet zijn geweest en dat de weg van Grave naar de galg al als zodanig bekend stond.
Hieronder een akte uit het jaar 1452 van verkoop van een perceel grond aan het Gasthuis te Grave. Hierin lezen we ook van het bestaan van de "Gallberch'.
De inmiddels afgegraven Galgenberg in Escharen, met op de achtergrond de Gasselse molen.
Nagenoeg elk dorp in het Land van Cuijk had een eigen rechtbank. Het was een college van schepenen onder leiding van de schout die rechtsprak in civiele zaken en die registraties afhandelde. Je kreeg dan een schepenbrief: een stuk perkament of papier met daarop een beschrijving van de rechtshandeling, voorzien van zegels van de twee schepenen van dienst. Meestal ging dit over een verkoop van goederen.
Voor strafrechtelijke zaken moest iedereen in het Land van Cuijk naar Grave, waar de schepenbank fungeert als Hoge Vierschaar, onder leiding van de ambtman. De straffen zijn niet zachtzinnig, de weg erheen evenmin. Wie niet bekent komt op de pijnbank. Diefstal wordt bestraft met dood door de strop, moord met dood door het zwaard of radbraken gevolgd door dood door de bijl.
Kaart uit 1748 van Staats Brabant. Links het Land van Ravenstein en rechts het Land van Cuijk. Deze was in twee districten verdeeld; het Nederambt en het Overambt.
In veel gevallen werd de uitvoering van het doodvonnis niet op de galgenberg uitgevoerd maar in Grave op de markt. Veel belangstellenden kwamen hierop af. Ramptoerisme bestond toen dus ook al. Na de executie werd het lijk naar de Galgenberg gebracht.
Hieronder is te lezen dat in 1685 er onenigheid over dit vervoeren ontstond tussen Grave en Escharen. Blijkbaar was het de taak van inwoners van Escharen en Gassel, om de veroordeelden naar de Galgenberg te brengen. Uit onderstaande tekst uit 1685, blijkt verder dat de executie toen wel op de Galgenberg plaats vond.
Omdat de schepenen van gemeente Escharen voortaan 'volstandig weigerden deze dienst te vervullen' werden alle inwoners van het Land van Cuijk 'gestraft' door voortaan weggeld te moeten gaan betalen.
Op de Galgenberg werd het lijk weer opgehangen aan de galg of op een radstake gelegd. Dit was een rad, een wiel, dat horizontaal op een hoge paal geplaatst was. Bij wijze van platform werden hierop de lichamen van de onthoofde en geradbraakte criminelen gelegd. Het stoffelijk overschot bleef hier op de Galgenberg tentoongesteld totdat het ontbonden was. Dat hier ook dieren vooral ook kraaien, op af kwamen is logisch.
In dit gebied, tussen de Cuijksesteeg en de Hongerkamp, lag voorheen een zandpad met de naam Kraaienpad. Het is zeer waarschijnlijk dat deze veldnaam afkomstig is van zijn ligging ten opzichte van de Galgenberg. Pas in 1984 is het Kraaienpad van de wegenlegger van gemeente Grave afgevoerd.
Een gehangene had geen recht op een waardige begrafenis. De lichamelijke resten werden meestal begraven in een knekelput onder de galg.
De Fransen maakten een einde aan het gebruik van galgenbergen. In maart 1795 vaardigden de Representanten van het Volk van Holland verschillende decreten uit waarin zij bevalen, de galgenbergen te ruimen. Ook werd het verboden de lichamen van terechtgestelden tentoon te stellen. Iedereen moest worden begraven. Straffen werden voortaan omgezet in geseling, brandmerking en tuchtstraffen.
De Galgenberg lag op een natuurlijke verhoging in het landschap. Aan de doorgaande weg van Grave naar Cuijk was deze berg al van ver te zien. Het landschap zag er in die omgeving anders uit dan vandaag de dag. Er was geen bos en ook de molen werd pas na afschaffing van het gebruik van een Galgenberg, in 1808 gebouwd. Het was een open vlakte op een oude rivierduin, met stuifzand en heide. Het bos dat we nu zien bij de Gasselse molen is pas in de dertiger jaren van de twintigste eeuw vanuit de werkverschaffing aangelegd. Ten behoeve van de houtproductie is de heide toen met douglasspar, grove den en lariks beplant.
Het zand van de Galgenberg werd pas rond 1929 afgegraven en gebruikt voor o.a. de bouw van de Generaal De Bonskazerne in Velp. Omdat het aanplanten van bos toen al was afgerond is de resterende zandvlakte niet bebost. Daardoor is de locatie van de Galgenberg door het witte zand in het bos, nu nog steeds duidelijk herkenbaar.
1836: In de rode cirkel de Galgenberg tussen Gemeente Escharen en Gassel.
De oranje lijn geeft links de grens aan met Gemeente Grave en rechts met Gemeente Gassel.
Restanten van de Galgenberg in het bos tegenover de Gasselse molen.
Toponiem
In zowel Escharen als Gassel is het toponiem 'De Galgenberg' is nog steeds in gebruik. Hieronder in enkele krantenknipsels hiervan een voorbeeld.
Hier een kaartuitsnede van het gebied, De Hei, De Heesbergen, in 1968. In de cirkel het afgegraven zand van de Galgenberg. De mooie locatie in het bos en het 'heuvelachtige' losse witte zand maakte het tot een heerlijke speelplek voor de jeugd. Niet alleen voor de kinderen uit buurtschap De Hei maar ook voor de dorpsjeugd. Met jeugdvereniging SAVA, voor kinderfeestjes en in schoolverband werd deze plek voor sport en spel regelmatig bezocht.
Vanuit het dorp komende maakte men dan gebruik van de Eksterweg, een zandpad dat langs de boerderijen van Tien Spanjers en Wim Loeffen liep. Vervolgens liep het pad langs de boerderij van Mandje van der Heijden het bos in.
Satelietfoto restanten Galgenberg 2018.
Grave
In Grave als garnizoensstad, werden in de 18e eeuw de militairen niet door de plaatselijke rechtbank, maar door de stadscommandant berecht. Hieronder te lezen uit het verslag “Lyste of Naamregister 1602-1726, der stad Grave’ over de ter dood veroordeling van twee soldaten uit Thiel die voor spionage beschuldigd werden.
Voor minder zware overtredingen waren er lijfstraffen. Grave had hiervoor een ‘strafpaard’. Dit houten strafwerktuig in de vorm van een paard stond op de markt. De gestrafte militair moest op de scherpe rug van het strafpaard voor een bepaalde tijd plaats nemen. Ten aanschouw van iedereen moest hij hier zijn straf uitzitten. Soms werden daarbij zijn voeten nog verzwaard met zakjes zand. Op oude tekeningen en gravures van de Markt in Grave staat het strafpaard afgebeeld. Tegenwoordig staat hier een replica van zo’n strafpaard.
Strafpaard op de markt in Grave, 1786.
Links de Galgenberg bij De Bolt en rechts de Galgenberg op de Heesbergen.(Kaart Verhees 1794)
De Bolt
Zoals op bovenstaande afbeelding is te zien, lag er bij Escharen nog een galgenheuvel. Hieronder op een kaartuitsnede van 1748, zien we op deze heuvel, een galg en twee radstaken.
Deze galgenheuvel lag bij De Bolt, net over de grens van Escharen naar Velp. Omdat gemeente Velp toentertijd bij het Land van Ravenstein behoorde, werden hier de vonnissen van dat gebied uitgevoerd. Escharen hoorde bij het Land van Cuijk. Galgen stonden vaak op de grens tussen twee gebieden, dat was meteen een waarschuwing voor als mensen die het gebied binnen kwamen. Let op, hier worden misdadigers gestraft!
Satellietfoto uit 2018 waarop de locatie staat aangeven waar deze Galgenberg ooit gelegen heeft.